Wat is ritmisch gymnastiek?

De combinatie van acrobatische bewegingen, dans en choreografie wordt “ritmische gymnastiek” genoemd. In Nederland valt Ritmisch gymnastiek onder de hoede van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie, afgekort de KNGU. Deze tak van sport wordt voornamelijk uitgeoefend door vrouwen, wat misschien te maken heeft met de grotere flexibiliteit die vrouwen van nature schijnen te bezitten.

Wedstrijden

De allereerste wereldkampioenschappen ritmisch gymnastiek werden georganiseerd in Boedapest in 1963. Slechts een jaar nadat de Fédération Internationale de Gymnastique (FIG) de sport officieel erkende als apart onderdeel van gymnastiek. De FIG voerde in 1971 een officieel puntensysteem in, en vanaf 1984 wordt de sport beoefend tijdens de Olympische Spelen.

Benodigdheden

Bij het uitoefenen van ritmisch gymnastiek maakt men gebruik van vijf benodigdheden, namelijk de hoepel, de bal, het touw, knotsen en een lint. Bij de internationale wedstrijden worden echter slechts vier van de vijf materialen toegepast. De FIG bepaald om de vier jaar welke benodigdheden dit zullen zijn, wat leidt tot de afwezigheid van één onderdeel gedurende twee jaar.

De hoepel

De hoepel weegt standaard 300 gram en heeft een diameter tussen de 80 en 90 centimeter. Hoepels zijn tegenwoordig uit plastic of een ander synthetisch materiaal vervaardigd.

De bal

De ballen die gebruikt worden voor ritmisch gymnastiek hebben een diameter tussen de 18 en de 20 centimeter, wegen 400 gram en zijn gemaakt van kunststof.

Het touw

De lengte van het touw is altijd in verhouding met de turnster en is voorzien van twee knopen aan elk uiteinde. Het materiaal van het touw is van linnen of synthetisch van aard.

De knotsen

Knotsen zijn gemaakt van gummi, wegen 150 gram en zijn tussen de 50 en 60 centimeter groot.

Het lint

Het lint bestaat uit een stokje van zo’n 50 tot 60 centimeter met daaraan een lint van satijn. Het lint is tussen de 4 en 6 centimeter breed en minstens 6 meter lang.